Informatie

bonen

bonen

Erwten vormen het hoogtepunt van de lentemoestuin, maar in de zomermaanden zijn de bonen koning (of prinsesjes).  Misschien onderschatten we de belangrijke voedingswaarde van de boon. Dus laat je verleiden door de enorme diversiteit. Er is zoveel meer dan de 'klassieke' groene boontjes. Probeer eens extra vroege of koude ongevoelige tuinbonen, of leer genieten van de zachte structuur van verse dopbonen. Of fleur je moestuin op met kleurrijke pronkbonen.

'Eet meer bonen' is de boodschap, hun rijke diversiteit en brede bruikbaarheid maakt dat makkelijk.

Subcategorieën

  • tuinbonen

    Tuinbonen (Vicia faba) zijn in tegenstelling tot gewone boontjes (phaseolus vulgaris) goed winterhard en kunnen dus vanaf februari (beschut) en maart gezaaid worden. Week de dikke bonen één nacht in regenwater en plant ze dan 10 cm uit elkaar uit, rijen 30 - 40 cm naast elkaar.

    Alles aan de tuinboon is eetbaar. De jonge bladtoppen, de bloemen, de jonge peulen, de gedopte verse bonen en de gedroogde bonen. Bij de bloei de toppen uit de planten nijpen om vruchtzetting te bevorderen en luis te voorkomen.

  • struikbonen

    Boontjes horen natuurlijk ook bij de zomer. Versgeplukt zijn ze op hun best. Ze hebben een hekel aan nat en koude, dus niet zaaien voor midden mei. Ze komen dan boven de grond begin juni (boontjes mogen de meimaand niet zien) Gemiddeld komen er 2 tot 3 boontjes op 20 cm van elkaar. Oogst ze fris, knapperig en jong. Pluk ze regematig, zo stimuleer je de planten om opnieuw te bloeien en nog meer boontjes te vormen.

  • klimbonen

    Klimmende boontjes geven uiteraard een hogere opbrengst per vierkante meter dan struikvormen. Ideaal dus voor wie maar een kleine tuin heeft. De moeite van even wat stokken of een mooi klimrek te bouwen heb je zo terugverdiend. Meteen een goede gelegenheid om je moestuin drie-dimentioneel uit te bouwen. Bovendien hoef je je niet te bukken bij het plukken. Zeker voor een hele generatie van niet meer zo jonge moestuinders is dat mooi meegenomen. Bonen zaai je eind mei rechtreeks in de grond, drie boontjes bij elke stok en zet bonenstaken 30 - 50 cm uit elkaar. Maak het extra mooi met verschillende kleurtjes door elkaar.

  • pronkbonen

    Phaseolus multiflorus = boon met veel bloemen.

    Pronk- of Spaanse bonen groeien uitstekend ook in onze soms wisselvallige zomers. Ze worden gezaaid vanaf mei en kunnen metershoog klimmen. Schitterende langdurige bloei in wit, rood of roze. De bonen zijn jong bruikbaar als prinsessenboon, iets groter als snijboon, volgroeid als verse dopboon of opgeslagen voor de winter als droogboon. Ook de bloemen zijn eetbaar. Een van de mooiste en bruikbaarste groenten in de tuin. Perfect voor een sierlijke gebruikstuin.

  • dop- en droogbonen

    Weer zo’n miskende en veel te weinig geteelde groep van groenten. Bij dopboontjes laat je de peulen gewoon flink dik uitgroeien om ze vervolgens te ‘doppen’. De nog verse dopboontjes moet je 10 minuten koken en ze smaken heerlijk zacht en romig. Een echte delicatesse!

    Wat je niet oogst laat je gewoon aan de planten drogen en oogst je als gedroogde en lang houdbare winteroogst. Ter plaatse in de tuin zaaien eind mei - begin juli.

    Dus jong geoogst bruikbaar als sperzieboon, volgroeid als verse dopboon en allemaal geschikt als droogboon.