Informatie

radijs

radijs

Er is niets moeilijk aan het kweken van radijzen (Raphanus sativus). Gewoon zorgen voor koele temperaturen en volop vocht. Ideaal dus voor het vroege voor- en koele najaar. Want er is meer dan die kleine grappige voorjaarsknolletjes. Er zijn zomer-, herfst- én winterradijzen. En bovendien in een grote verscheidenheid in vorm en uitbundige kleuren.

Alleen de smaak blijft altijd een beetje gelijk. Lekker, fris en pittig dus. (Hoe meer vocht en voeding radijsjes krijgen des te zachter de smaak. Warmte, stress en droogte geeft een scherp eetresultaat).

Subcategorieën

  • lenteradijs

    Of hoe ook iets heel gewoon, iets heel bijzonder kan worden.

    Radijsjes zijn terecht heel populair. Ze hebben het voordeel van heel snel te groeien en mits de juiste behandeling krijg je een heerlijk resultaat. Vroeg zaaien, koele groeitemperaturen en volop vocht zijn belangrijk.

    Ideaal om vroeg te starten vanaf begin maart (februari onder glas of folie) tot eind april. Zaai ze geduldig meteen op de juiste afstand van 1 tot 2 cm in de rij. Dat neemt iets meer tijd maar dan hoef je niet uit te dunnen.

  • herfstradijs
    En wie aan de vroege kleine lenteradijsjes niet genoeg heeft, kan ook midden in de zomer aan de slag voor de teelt van de grote zomer-, herfst- en winterradijzen.
    Ze vragen net als de kleine radijsjes volop vocht, dus wacht even met zaaien tot de zomer over zijn hoogtepunt heen is. De eerste koele nazomerdagen zijn ideaal.
    Zaaien eind augustus - begin september voor een oogst tot diep in de winter. Ze groeien even snel maar veel omvangrijker uit. Dus zaai ze op 3 tot 5 cm en dun ze nog een keertje uit tot 10 cm in de rij voor een oogst aan grote dikke en vaak erg kleurrijke knollen. Radijzen vragen humusrijke grond en regelmatig vocht.